Met de recent geopende indrukwekkende Pelješac-brug kreeg Kroatië er niet alleen een nieuwe toeristische attractie bij, maar ook een veel snellere verbinding tussen het vasteland, de zuidelijke eilanden en Bosnië en Herzegovina.
Stimulans voor het toerisme
Niet alleen zijn de reistijden in Kroatië verkort, maar de brug die het gelijknamige schiereiland Pelješac met het Kroatische vasteland verbindt, heeft ook het toerisme gestimuleerd. "Pelješac zit bijna op het niveau van voor de pandemie waar het toeristische aankomsten betreft", zei een vertegenwoordiger van het Nationaal Bureau voor Toerisme van Kroatië.
En ook Ston, een bestemming die bekend staat om de Muren van Ston, het langste complete fortensysteem van Europa, heeft ook een toeristische impuls gekregen door de Pelješac-brug. Het aantal bezoekers aan de muren is verdubbeld ten opzichte van vorig jaar. Vooral de toename van het aantal Polen en Slovenen per auto is opvallend. Met neemt aan dat ook andere nationaliteiten de route en de brug snel zullen ontdekken.
Vóór de opening van de brug moesten automobilisten die door Kroatië reisden door de Neum-corridor in Bosnië. In een overeenkomst tussen de twee landen uit 1998 werd bepaald dat automobilisten de douane in Neum alleen konden overslaan als ze op geen enkel punt van het 5,6 mijl lange traject uit hun voertuig stapten. Hoewel de meeste automobilisten die de oversteek maken ervoor kiezen niet te stoppen, waren de bedrijven in Neum bang dat de vermindering van het verkeer door de corridor hun omzet zou schaden.
De Pelješac-brug zal de toegang van Kroatië tot de Schengen-zone van de Europese Unie vergemakkelijken, een gebied van 26 landen die de grenscontroles hebben afgeschaft. De Europese Commissie investeerde 349 miljoen dollar (357 miljoen euro) in de bouw ervan, ongeveer 85 procent van het project.